top of page

Richting Georgië

  • Writer: Emma Renting
    Emma Renting
  • Apr 19
  • 5 min read

Updated: Apr 27

Zonder plan op reis is eigenlijk onze standaard methode. 's Ochtends kijken we waar het lekker weer is en zoeken we een plek uit die ons mooi lijkt om te kamperen. Deze reis vergt iets meer planning dan normaal, maar zoals in de vorige blog te lezen viel, betekent dat niet dat je die planning ook kunt volgen. Dus daar sta je dan met -3.


Er was in de buurt van Cappadocia nog één plek die we graag wilden zien: Nemrut Dağı. Nemrut Dağı is de hoogste berg van noord Mesopotamië en bovenop die berg is een grafheuvel te vinden. In dit 50 meter hoge gebouw, in de vorm van een piramide, is koning Antiochus Theos van Kommagene begraven. Voor de grafheuvel staan gigantische stenen sculpturen van 8 tot 9 meter hoog. Ze verbeelden koning Antiochus met twee leeuwen, twee adelaars en goden uit verschillende religies. Ergens in de geschiedenis zijn de enorme hoofden van de beelden gesloopt, waarschijnlijk vanwege iconoclasme, en ze liggen nu verspreid rondom de grafheuvel. Best vet, toch? Dat dachten wij ook. Het idee was om eerst daar te gaan kijken, om vervolgens nog een stukje verder te rijden naar een plek waar het iets warmer was. Tijd om de tent weer op te zetten!


Zo gingen we op weg naar Nemrut Dağı. Er waren twee paden die we konden nemen en op goed geluk kozen we er één. Al snel kwamen we erachter dat we misschien niet de makkelijkste weg hadden gekozen. Het sneeuwde nog steeds flink en dat was goed te merken op de weg omhoog. Waar er 's zomers netjes twee banen waren, bestond de weg nu uit één vrijgemaakte baan. Je kon dus beter geen tegenliggers krijgen. Naast ons lag de sneeuw bijna een meter hoog. Na een flinke klim, veel geduld en klamme handjes bereikten we het hotel op de berg. Vanaf daar zou het niet ver meer zijn. Eenmaal daar aangekomen stonden we echter voor een verrassing: de rest van de route naar het werelderfgoed was niet sneeuwvrij gemaakt. De weg was dicht en ook lopen was geen optie vanaf hier. Oeps... Het hele riedeltje opnieuw, maar nu naar beneden. Gelukkig was dat niet de enige weg, dus we volgden braaf de navigatie naar de andere kant van de berg. Geen netjes asfalt omhoog dit keer, maar klinkertjes. We waren nog niet ver voordat andere mensen ons in tegenstelde richting tegemoetkwamen. "Gaan jullie naar Nemrut Dağı?" We knikten bevestigend. "De weg is dicht." Onze vermoedens werden bevestigd: de grafheuvel was niet te bezoeken met dit weer. Met hangende pootjes besloten we dat de volgende bestemming dan maar gewoon onze slaapplaats moest zijn. Gelukkig was het uitzicht fantastisch, zowel in de sneeuw als onderaan de berg. Soms gaat het niet om de bestemming, maar om de reis. Wijze woorden, hè?



Na een paar uur kwamen we aan op onze kampeerplek. We hadden het gecheckt vanmorgen, er zou geen sneeuw zijn en we zouden zonder risico op frostbite in ons tentje kunnen slapen. Onderweg naar het plekje werden we van sneeuw naar zon geslingerd en weer terug. Uit het raam kijkend wezen we elkaar zoals altijd op koeien, schapen en hondjes langs de weg. "Aw, kijk een hond!" Double-take. "Wacht... Dat is geen hond..." Nee, dat was inderdaad geen hond. Een prachtige wolf stond in de besneeuwde berm langs de snelweg! Toch mooi om die zo op het nippertje nog te spotten in Turkije. De volgende dag zouden we namelijk de grens overgaan.



Zo gezegd, zo gedaan. De volgende dag stonden we aan de grens. Het was niet zo'n heel spannende overgang, twee uur later stonden we in Georgië. Het duurde vooral zo lang omdat we samen met een aantal vrachtwagens in de rij stonden. De paspoort- en autochecks zelf waren zo gebeurd. Na het regelen van een Georgische autoverzekering vertrokken we richting Tblisi. Hoewel de grens netjes en verzorgd was, viel het wegdek daarna vies tegen. Het was tot nu toe het ergste asfalt wat we hadden gezien. In feite viel het geen asfalt meer te noemen. Het was duidelijk dat het dat ooit was geweest, maar nu zat het vol gaten en kraters waar een auto als Herman in zou verdwijnen. Met Huib zijn kundige stuurkunsten (respect) konden we de meeste ellende voorkomen maar makkelijk was het niet. Zeker niet wanneer het al aardig donker begon te worden. Maar we hebben het gered!


In Tblisi was het weer een stuk beter. Zon, een prima temperatuur en niet veel wind. We hadden een mooi plekje gevonden aan een meer, onder wat bomen. Het steile weggetje naar beneden was uitdagend, maar niets wat Herman niet aankon. Overdag zaten er wat vissers, die 's avonds langzaam vertrokken. We hadden besloten die avond te barbecueën, dus we zetten ons vuurkorfje neer en haalden we alle benodigdheden tevoorschijn. Vlees, groente, kruiden, mesjes, ga zo maar door. En natuurlijk spiesjes om het vlees aan te rijgen... Ware het niet dat we die vergeten waren te kopen... Gelukkig gaat kamperen ook over improviseren. Bewapend met antibacteriële doekjes haalden we een tentstok tevoorschijn, in feite verschillen stalen barbecuespiesjes daar niet zoveel van, toch? Eén enorme shaslick was het gevolg, en het smaakte prima!

Ondanks dat we 's nachts nog wel in onze thermokleding de tent in gingen, was het lekker om het niet meer zo koud te hebben. De volgende ochtend werden we gewekt door luid geblaat. Een herder met een gigantische kudde schapen kwam langs ons kampje. De vele lammetjes blaatten opgewekt en de twee grote honden bekeken ons nieuwsgierig van afstand. De herder kwam even gedag zeggen, voor hij zijn weg vervolgde en het geblaat langzaam in de verte verdween. Het bleek een gezellig plekje, want gedurende de vier dagen dat we er stonden kwamen er regelmatig herders langs met schapen, geiten en koeien.



Uiteraard maakten we ook van de gelegenheid gebruik om uit eten te gaan, we waren immers in een nieuw land met nieuwe culinaire specialiteiten. Op een gezellig terrasje in Tblisi, onder het genot van livemuziek in enigszins gebrekkig Engels, probeerden we Georgische grill en khinkali. Beiden zeer aan te raden! Voor kleine prijsjes lekker eten, daar houden we van. We blijven immers Nederlanders. Buiten goed eten zijn er in Georgië ook veel zwerfhonden te vinden, vooral in de buurt van al dat lekkere eten. Zo ook bij ons restaurant. Gelukkig vonden wij het wel gezellig, zo'n grote lobbes die onder de tafel kwam liggen. De meeste mensen waren erg vriendelijk naar ze en hoewel de serveersters ze af en toe weg probeerden te jagen, leek het niemand te deren dat ze er waren. Na een geslaagd diner betaalden we de rekening en namen we ons voor om de volgende dag een zak hondensnoepjes te kopen.



 
 
 

コメント


Boottrip_Logo_main_wit.png

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en mis nooit een nieuwe blog

© 2025 Boottrip. Powered and secured by Wix

bottom of page