top of page

Mongolië: kevers, khans en kapotte banden

  • Writer: Emma Renting
    Emma Renting
  • Nov 12
  • 14 min read

Tot nu toe hadden we flink geluk gehad met Herman. Geen pech, geen schade, niet dagenlang ergens vastgestaan. Het liep op rolletjes, veel beter dan we hadden verwacht van tevoren. Er moest toch een moment komen waarop er iets kapot ging, zou je zeggen?


Nou, dat klopt wel. Gelukkig geen gigantische problemen, maar een simpele lekke band. Onderweg terug naar Ulaanbaatar begon Herman ineens een beetje te hobbelen en klonk er een nieuw, onbekend geluid tijdens het rijden. En nieuwe geluidjes zijn meestal niet goed! We zetten Herman stil in de berm en stapten uit. Ik hoefde niet lang te zoeken, het achterwiel aan de bijrijderskant was zo plat als een dubbeltje. Tijd voor onze eerste bandenwissel! Ergens had het ook wel wat. Toen we het wiel eraf hadden gehaald, werd het duidelijk dat die behoorlijk afgetrapt was. Niet vreemd, na zoveel kilometer op de vreselijkste wegen. Het reservewiel ging erop en we gingen direct op zoek naar een garage. 



Toen we eenmaal een garage gevonden hadden waar we onszelf enigszins duidelijk konden maken, besloten we alle wielen maar te vervangen. Ze hadden allemaal flink op hun donder gehad, dus dat leek ons geen overbodige luxe. De andere achterband was het ergst, de twee voorbanden vielen eigenlijk wel mee. Met een beetje een creatieve methode werden de bandjes om de velgen gezet en voor we het wisten hadden we vier nieuwe banden én een nieuw reservewiel. De kosten? Weinig. 


ree

De volgende dag gingen we vrolijk verder richting de hoofdstad. Totdat daar plotseling opnieuw dat gehobbel was… Ditmaal wisten we wat dat betekende. Ja hoor, een platte band. Het bleek dat een van de banden die erop was gezet al zo goed als kapot was. De staaldraden uit de binnenkant staken aan alle kanten naar buiten. Oeps. Wederom een reserveband erop en gaan. Alleen bleek de band niet meer in de achterbak te passen. Hoe dan? Na een tijdje te staan proppen gaven we het op, we legden de band aan de kant van de weg en lieten hem achter. Hopelijk had iemand anders er nog iets aan. We reden terug naar het eerstvolgende dorpje, waar we op jacht gingen naar een nieuw reservewiel. Het was wat gedoe, vooral omdat we ook een velg nodig hadden. Uiteindelijk wisten de mannen in de garage een velg te vinden die net niet paste, maar met een beetje creativiteit en ijzer snijden lukte het ze toch om hem passend te krijgen. Nu maar hopen dat die het wel vol zou houden…


ree

Poging 3. We reden de volgende dag langs het plekje waar we onze band hadden achtergelaten, en jawel, hij was verdwenen. Prima, dan ligt die in elk geval niet rond te zwerven. Het duurde even, maar we haalden Ulaanbaatar zonder nog meer platte banden of pech. Het zou nog een paar dagen duren voor er iemand voor ons op het vliegveld zou landen, dus we verbleven in een hotelletje en relaxten wat. Er was genoeg te zien, maar dat wilden we voor later die week bewaren. 


Op 3 augustus stonden we om zes uur ‘s ochtends op het vliegveld. Daar gingen wij onze gast ophalen, namelijk… Tromgeroffel… Amy! Zij zou een weekje met ons in Ulaanbaatar doorbrengen, voor we allemaal weer richting huis zouden gaan. Zij met het vliegtuig, wij met Herman. Na een reis van zo’n dertien uur en een rit van een uur terug naar het hotel, was het tijd om eerst even bij te komen. Amy had een auto gehuurd die we morgen op zouden halen, dus vandaag stond in het teken van relaxen en bijkletsen. 


We verbleven in het hotel waar wij een paar dagen eerder ook al hadden geslapen. Een prima hotel, niet super luxe maar gewoon goed. En dat was op zich al heel wat voor Ulaanbaatar. Ik had alvast een spreadsheet gemaakt van dingen die we konden bekijken de komende dagen, hoe ver die rijden waren en wat bij elkaar in de buurt lag. Zo konden we makkelijk een selectie maken van wat ons interessant leek. Een filmpje en een paar spelletjes later was het alweer etenstijd. We aten in het restaurant van het hotel, waar volgens Google Translate onder andere ‘kippendieren’ op het menu stonden. Altijd goed, toch? 



De volgende dag gingen we met een taxi naar het vliegveld om de huurauto op te halen. Die was nodig, want Herman had geen achterbank meer, dus daar konden we niet met z’n drieën in. De huurauto was een UAZ Patriot en zou om elf uur voor ons klaarstaan op het vliegveld. Zodoende kwamen we om iets voor elven aan, deden een paar boodschappen en wachtten op de auto. Na een tijdje kregen we een appje dat ze iets later zouden zijn, in verband met het weer en de drukte op de weg. Kan gebeuren, het regende en Ulaanbaatar verkeert in een permanente staat van chaos. Zo gek was dat dus niet. Het probleem was alleen dat het maar duurde en duurde. We appten af en toe of hij al wist hoe laat hij er zou zijn, maar we kregen geen duidelijkheid. Uiteindelijk arriveerde de man om half twee met de auto, tweeënhalf uur na de afgesproken tijd. Gelukkig sprak hij goed Engels en was hij erg vriendelijk. Hij bood zijn excuses aan en gebaarde ons mee te lopen.


De man stopte bij een auto die we niet herkenden. Dit was niet het model dat we hadden gehuurd… Hij vertelde ons dat hij ons alleen kwam ophalen en dat de auto naar ons hotel zou worden gebracht. Euh, huh? Daar kwamen we die ochtend juist vandaan. Dit was een misverstand dat al eerder tijdens het regelen van de auto via e-mail was ontstaan. We hadden expliciet aangegeven dat we geen transfer vanaf het vliegveld wilden, maar de auto daar wilden ophalen. Ze hadden zelfs op die e-mail gereageerd met een bevestiging van deze aanvraag. Amy liet hem haar mailtjes zien en hij sloeg zichzelf voor zijn hoofd. Hier was hij niet van op de hoogte. Hoewel de situatie vervelend was, geloofden we dat hij alleen de taxi was en hier dus inderdaad niets van wist. Zo vertrokken we weer terug richting het hotel, het vreselijke verkeer van Ulaanbaatar in. 


Het was half vier toen we bij het hotel aankwamen. Hoewel het een gezellig ritje was geweest, waren we er inmiddels wel klaar mee. De auto stond - godzijdank - op ons te wachten in het hotel, samen met een andere medewerker van het verhuurbedrijf. Ook hij was vriendelijk, liet ons de auto zien en we gingen de lobby in om het papierwerk te regelen. Ik twijfelde of ik iets ging zeggen, maar we hadden inmiddels onze volledige dag verspild. Een dag die we heel anders hadden gepland. Zo’n auto is best prijzig, dus als we hem een dag minder konden gebruiken buiten onze schuld om, mocht daar wat mij betreft wel wat tegenover staan. Na het uitleggen van de situatie, boden ze aan dat we de auto niet schoon hoefden te maken en vol te tanken aan het eind. Vriendelijk, maar iets te weinig. De tweede man gaf aan met zijn manager te gaan praten. We tekenden en hadden eindelijk de auto! Nadat alles was afgehandeld, stuurden we nog een mailtje over de situatie naar de manager, waarin we om onze compensatie vroegen. Bij zoiets kan je er maar beter achteraan zitten. Afijn, de auto zelf was perfect. Hij was vet, reed goed en was gloedjenieuw!


Het eerste wat we een dag later gingen bekijken, was het Dzjengis Khan museum. Het was een statig gebouw met prachtige deuren. Binnen was van alles te zien. Het museum bestond uit negen verdiepingen, met op iedere verdieping een enorme hal. Deze waren onderverdeeld in verschillende tijdperken, met eindeloze collecties aan beelden, munten, sieraden, kleding en gebruiksvoorwerpen. Als je van geschiedenis houdt is dit een parel van een museum. Buiten de interessante artefacten was het mooi ingericht en goed verzorgd. Op de bovenste verdieping stond een grote koepel. Bij de ingang moesten we onze schoenen bedekken met hoesjes en pas toen we naar binnen gingen konden we zien wat erin stond: een enorm, gouden beeld van Dzjengis Khan. Erg indrukwekkend!




We vervolgden de dag naar Sükhbaatar Square, het centrale plein in Ulaanbaatar. Het regeringspaleis wat eraan grenst heeft een grote zuilengalerij, met beelden van verschillende Khans. Verschillende belangrijke bankgebouwen en het operahuis zijn er ook te vinden, evenals de enorme glazen en metalen flats genaamd de Central Towers. Wanneer je het plein oversteekt, kom je bij GOBI Cashmere Galleria Store. Een luxe, dure winkel waar kleding en accessoires van 100% Mongoolse kasjmier worden verkocht. China en Mongolië zijn de twee grootste exporteurs van kasjmier en het is dus ook een belangrijk deel van de Mongoolse cultuur. De wol is mega zacht en het is een arbeidsintensief klusje om het te verkrijgen, dus echte kasjmier is behoorlijk prijzig. Op veel markten in Mongolië wordt nep kasjmier verkocht, maar bij deze winkel weet je zeker dat het 100% echt én duurzaam is. Na nog een rondje lopen keerden we terug naar de auto om de dag af te sluiten met wat spelletjes. 


ree

Omdat we allemaal niet zo’n fan (meer) waren van gebakken ei, sloegen we het ontbijt over. Het was weliswaar beter dan menig ander ontbijt, maar in het kleine winkelcentrum in de buurt van het hotel zat iets beters: Subway. En wat was het lekker om even een normaal broodje te eten zeg! Na deze traktatie, was het tijd om buiten Ulaanbaatar te gaan kijken. De eerste stop: het ruiterstandbeeld van Dzjengis Khan. Extra leuk voor Huib en mij, want dit was onze van tevoren bedachte finishlijn. Ons eindpunt. 


Het ruiterstandbeeld van Dzjengis Khan is een 40 meter hoog, roestvrij stalen beeld van Dzjenghis Khan op een paard. Het is ‘s werelds hoogste ruiterstandbeeld en staat boven op het bezoekerscomplex en museum. Het beeld wijst naar het oosten, naar de geboorteplaats van Dzjengis Khan. Het allervetste is dat je er bovenop kunt staan. 


We gingen het bezoekerscomplex binnen, waar links en rechts een paar winkeltjes waren. In het midden hingen schilderijen van verschillende Khans. Met de lift konden we een paar verdiepingen omhoog, voor we met de trap verder moesten. Dat was wat krap en donker, maar gelukkig duurde het niet lang. Via een trap in de nek van het paard konden we omhoog en voor we het wisten stonden we op het hoofd van het paard, tegenover het enorme gezicht van Dzjengis. Wauw. Rondom kon je mijlenver kijken en natuurlijk moesten we de nodige foto’s maken. We hadden al wat belangrijke punten op de reis af kunnen strepen, maar dit was ons verste punt. Nu konden we het echt zeggen: we made it!




Nadat we de winkeltjes hadden bekeken en nog wat foto’s hadden gemaakt met Herman en het beeld, gingen we op weg naar de volgende bezienswaardigheid. Niet ver van het beeld vandaan bevond zich Turtle Rock. Je kunt het misschien al raden: het is een rots die lijkt op een schildpad. Was het enorm? Nee. Leek het op een schildpad? Jazeker. De rots zelf was wel erg mooi, net als de omgeving er omheen. Het stond vol gers en er waren warempel bomen te vinden! De zon besloot mee te werken, wat zorgde voor een mooie lichtval op de schildpad. Toch leuk om te zien. 



Die nacht ruilden we ons hotel in voor iets anders: een ger. Je kan natuurlijk niet helemaal naar Mongolië vliegen om vervolgens niet in een ger te slapen. We hadden via internet een schattig gerkamp gevonden en geboekt. De inrichting was mega schattig, de zon scheen en we konden nog even lekker voor het tentje zitten. Amy was helaas niet lekker en een diner in een gerkamp leek dan ook geen best idee, dus Huib en ik gingen samen eten in het centrale gebouwtje. Verrassend genoeg was het prima eten, rijst met kip en salade. Het duurde wel even voor het klaar was, maar na een tijdje stonden we met volle buik weer in de ger. Inmiddels was het donker en de lucht was onheilspellender dan die middag. Het leek erop dat het zou gaan regenen. We poetsten onze tanden bij het toiletgebouw en kropen alvast onze bedjes in. Terwijl we in bed lagen hoorden we hier en daar een tik. Tot er ineens een kever in mijn gezicht viel. Iedereen die mij kent, weet dat insecten mijn grootste nachtmerrie zijn, dus binnen een seconde stond ik naast mijn bed met mijn zaklamp aan. Overal in de tent vielen er kleine, zwarte kevertjes van het plafond. Ieuw. Onze theorie was dat ze op zoek waren naar een schuilplaats voor de storm die leek te komen. Leuk en aardig, maar moet dat in mijn bed? We kwamen erachter dat ze op het licht van mijn telefoon afkwamen. Om ze weg te lokken, legden we een telefoon met de zaklamp aan, aan de andere kant van de kamer. Met mijn Snoozeband (koptelefoon waarmee je kunt slapen) op mijn hoofd om m’n oren te bedekken kroop ik terug in bed. Dat leek wel te helpen. Het duurde even, maar uiteindelijk sliepen we allemaal. 




De volgende ochtend was er geen kever meer te bekennen en waren we toch redelijk goed uitgerust. Het was slecht weer, het had die nacht inderdaad een beetje gestormd. Omdat het meeste van wat we nog wilden zien in elk geval deels buiten was, besloten we een rustdag in te lassen. Een luxe hotel mét spa. De kamers waren prima, zoveel luxe als je hier nou eenmaal kunt verwachten, maar waar we echt voor kwamen was natuurlijk het andere gedeelte. Huib is geen fan van spa’s en sauna’s, dus die ging lekker filmpjes kijken op de kamer terwijl Amy en ik ons begaven richting de andere kant van het hotel. Daar kwamen we erachter dat je ook massages kon boeken. We reserveerden een massage waarvan het niet helemaal duidelijk was wat het precies was, maar het klonk goed. 


Een half uurtje later werden we naar de tafels begeleid. Twee Mongoolse vrouwen stonden voor ons klaar. Achteraf was het waarschijnlijk iets in de richting van een bindweefselmassage want holy shit, dat was intens. De vrouwtjes waren enorm sterk en gingen grondig te werk. Nek, schouders, rug, armen en handen werden vakkundig gemasseerd. Op een gegeven moment voelde het alsof ze met een deegroller over mijn ruggenwervel ging. Iedere keer als ik bijna op het punt stond om haar te stoppen, ging ze naar het volgende. Intens maar ergens ook wel ontspannend. Als laatste kwam ons hoofd aan bod. De rest was prima. Pijnlijk, maar goed te doen. Dit was vreselijk. Eerst ging ze met haar nagels over mijn schedel, dat was oke. Maar toen begon ze aan mijn haar te trekken. Ze maakte steeds kleine rukjes en tilde mijn hoofd op aan mijn haar. Precies toen ik wilde uitchecken, was de massage voorbij. Goeie genade. We verzamelden onze spullen en gingen richting de kamer. Amy was bont en blauw. Ik had niet zo zeer blauwe plekken, maar er kwam een soort wondvocht uit mijn hoofd waar ik niet gelukkig van werd. Al met al was de massage best fijn en voelde het alsof er knopen los kwamen, maar dat laatste deel had voor mij niet gehoeven. 


Na een lekkere douche en met gewassen haren aten we die avond in een van de restaurants in het hotel. Ze hadden er vier! We gingen voor het sushi restaurant. Dat was een succes! Het eten was lekker, het zag er mooi uit en het was meer dan genoeg. Een goede afsluiter van een toch nog enerverende dag.


Het weer verbeterde gelukkig snel. De volgende attractie op mijn lijstje was dan ook aan de beurt: de Narantuul markt. De grootste openluchtmarkt in Mongolië. We hadden er zin in, want dit is waar je een deel van het echte leven ziet. De markt is 22 hectare groot, dus er was genoeg te zien. Met enige moeite vonden we een parkeerplekje en begaven we ons richting de enorme, vrolijk gekleurde hekken. Binnen was het direct chaos, maar op een goede manier. Overal mensen, kraampjes, spullen, geuren en kleuren. Het was verdeeld in verschillende delen, zoals schoenen, tassen, vloerkleden, paardrij uitrusting en het deel waar we naar op zoek waren: stofjes. Die hadden ze wel. Kraam na kraam, pad na pad met stofjes in alle kleuren en patronen. Het duizelde ons bijna. We bekeken talloze rollen stof, knoopjes, lintjes, ritsen. Noem het maar op. Amy wilde zelf graag wat stoffen meenemen en Huib was op zoek naar exemplaren voor zijn moeder. Het was inmiddels rond lunchtijd, dus ons idee was om eerst te gaan lunchen en dan keuzes te maken. Zo hadden we de tijd om even na te denken over wat onze favorieten waren. Aan de rand van de openluchtmarkt stond een gebouw met nog meer winkeltjes. Een paar verdiepingen omhoog bevonden zich ook een aantal eettentjes, perfect dus!




De eettentjes waren een soort barretjes naast elkaar langs de muur, met lange rijen tafels en stoelen ervoor. Bij een bar met goed uitziende foto’s gingen we zitten. Het was gigantisch druk, maar we werden al snel geholpen. Overal op het menu hadden ze wel kip met rijst, dat kan bijna niet misgaan. Huib ging voor een gerechtje met rund. Ook hier was het eten goed te doen, zeker voor wat onze verwachtingen waren. Toen we de lunch op hadden, struinden we een beetje rond en keerden we daarna terug naar de stoffenkraampjes. Tijd om keuzes te maken. We vroegen wat prijzen na, bekeken sommige rollen wat beter en verlieten uiteindelijk de markt met een mooie selectie in onze tassen. Een geweldige ervaring, misschien wel een van mijn favorieten in Ulaanbaatar!


De dagen vlogen voorbij. Waar we gisteren de markt hadden bekeken, stond vandaag in het teken van boeddhisme. Het Gandantegchinlenklooster staat middenin Ulaanbaatar en er wonen meer dan 100 monniken. Dit maakt dit klooster het grootste actieve klooster van Mongolië. Het bevat 70.000 boeddhistische manuscripten en houtsneden en een 15 kilogram zwaar zilveren beeld van Tsongkhapa. Maar het meest bijzondere in het Gandanklooster is toch wel het 26 meter hoge beeld van Avalokiteśvara, gemaakt van verguld brons en edelstenen. Het hele terrein van het klooster is prachtig, met lange, gele muren en talloze prachtige details. De verschillende tempels en beelden zijn stuk voor stuk indrukwekkend, maar wanneer je de ruimte binnenloopt met het bronzen beeld kan je niets anders dan ademloos om je heen kijken. 26 meter is al enorm, maar omdat het maar net in de ruimte past lijkt het nog groter. Je staat aan de voet van beeld waardoor het echt boven je uit torent. Uit respect mag je geen foto’s maken en het nooit de rug toekeren. Uiteraard luisteren we daarnaar. Daarom helaas geen foto’s van het beeld, maar Google kan vast helpen. Achteruit liepen we de tempel weer uit.




Het volgende hotel waar we sliepen hadden we specifiek uitgekozen omdat het een zwembad had. Hoe lekker zou het zijn om even een duik te nemen. Zo gezegd, zo gedaan. In het zwembad was niemand te bekennen en het had uitzicht over de stad. We zwommen ongeveer een uurtje, tot er een aantal kinderen aankwamen. Het eten was er goed en de volgende ochtend gingen we een keer wel naar het ontbijt. Een goede keuze, want het buffet was enorm. Er was van alles en nog wat, dus dat ging er goed in. De week was snel gegaan en morgenochtend vroeg zou Amy alweer op het vliegveld stappen. Daarom hadden we alvast een hotel geboekt dat dichter in de buurt zat van het vliegveld. De verhuurmaatschappij zou vanavond om zes uur de auto op komen halen, maar we hadden de dag nog. Omdat we geen grote dingen meer wilden bekijken die lang duurden, leek het ons een goed idee om gewoon een stukje te gaan rijden. Amy had veel gezien van de stad maar het echte weidse Mongoolse landschap miste nog. We reden op een willekeurig moment de snelweg af, de heuvels in. Het wonderlijke daarvan is dat je niet eens zo ver weg bent van de stad, maar alles is direct stil. We verkenden wat weggetjes, niet wetende waarheen, maar dat was ook het idee. Bovenop een heuvel hielden we een korte pauze om het landschap in ons op te nemen. Daarna gingen we langzaamaan op weg naar het hotel. 



Het hotel was mooi, met een ruime receptie en nette kamers. We hadden eerder die week reactie gehad van het verhuurbedrijf op ons voorstel voor de compensatie en we hadden een goede middenweg weten te vinden. Prima zo. We deden een spelletje in de lobby en gingen eten. Inmiddels was het zes uur geweest, maar van het verhuurbedrijf hadden we nog niets gehoord. Om half zeven appte dezelfde man als eerder dat hij er was, maar bij ons was niets te zien. Het bleek dat hij bij het verkeerde hotel stond, ondanks dat we hadden doorgegeven waar we zouden zijn en dat hij dat had goedgekeurd. De man zei dat hij in Ulaanbaatar was en ‘s avonds alsnog zou komen. Toen we vroegen hoe laat, reageerde hij niet meer. Om acht uur stuurden we een appje. Om half negen belden we. Geen reactie. We besloten om negen uur een berichtje te sturen dat we naar bed gingen en dan we de sleutel bij de receptie achter zouden laten. Om zes uur ‘s ochtends zouden we op het vliegveld moeten zijn, dus we wilden niet te laat gaan slapen. 


Die ochtend had Amy een appje dat de auto om elf uur gisteravond succesvol was opgehaald. Gelukkig waren er geen bijzonderheden. Wat we wel komisch vonden, was dat hij om een vijf sterren review vroeg. Hmm… Denk het niet, vriend. Nogmaals, ze waren niet onaardig en de auto was goed, maar dit is het perfecte voorbeeld van hoe zulke dingen gaan in Centraal-Azië. Oh, wat houd ik toch van ons goed geregelde Nederland.


Al met al stonden we op tijd op het vliegveld om Amy uit te zwaaien. Zij had een lange reis naar huis voor de boeg, en wij ook.


 
 
 

1 Comment


Amy Schellenbach
Amy Schellenbach
Nov 12

Zo leuk om mijn weekje bij jullie weer even te herbeleven!! 🤩 Voor herhaling vatbaar met zulke lieve, relaxte reisleiders 🥰

Like
Boottrip_Logo_main_wit.png

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en mis nooit een nieuwe blog

© 2025 Boottrip. Powered and secured by Wix

bottom of page